Onderzoeksverslag – Ontwikkelingsbeurs (gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap)
Artistiek onderzoek naar improvisatie, polyfonie, ambacht en performativiteit
Het citaat van Alessandro Baricco over het “stille weefatelier” werd een sleutelbeeld in mijn onderzoeksperiode. Deze ontwikkelingsbeurs gaf mij de noodzakelijke tijd en ruimte om te verdiepen in het fijnmazige, vaak onzichtbare weefsel van mijn ambacht. Het werd een periode van exploratie, experiment en herijking van mijn artistieke praktijk.
“Nella bottega di Edel Trut lavorarono dei mesi con i chilometri di filo di seta che il barone fece arrivare. Lavoravano in silenzio perchè, diceva Edel, il silenzio doveva entrare nella trama del tessuto. Era un filo come gli altri, solo che non lo vedevi, ma lui c'era. Così lavoravano in silenzio.” (Alessandro Barrico - Oceano Mare - 1993)
(“In het atelier van Edel Trut werkten ze maandenlang met kilometers zijdedraad die de baron had laten komen. Ze werkten in stilte omdat, zo zei Edel, de stilte in het weefsel moest kunnen indringen. Het was een draad als een andere, alleen kon je hem niet zien, maar hij was er wel. Dus werkten ze in stilte.”)
Hieronder presenteer ik de vier onderzoekslijnen, gevolgd door de impact op mijn professionele ontwikkeling.
1. Improvisatie als onderzoekshouding
Luisteren, aanwezigheid en polyfone gevoeligheid
Mijn onderzoek naar improvisatie startte bij technische verdieping (diminuties, cadensen en contrapunt), maar
evolueerde snel naar een onderzoek naar aanwezigheid en luisterhouding binnen een hedendaagse uitvoeringspraktijk.
Belangrijkste inzichten
Improvisatie is meer dan techniek: het is een manier van aanwezig zijn in het moment.
Responsiviteit versterkt de muzikale dialoog met ruimte, publiek en medemusici.
Polyfonie als model: afzonderlijke stemmen krijgen betekenis door hun onderlinge relatie.
Mijn uitvoeringen werden opener, ontvankelijker voor nuance en toeval, en ademden meer
Workshops en trajecten
Modale improvisatie
technische studies
glossas en diminuties
barokke harmonie
Vrije improvisatie
Polyfone improvisatie / cantare super librum
Deze lijn versterkte mijn visie op improvisatie als essentieel onderdeel van zowel professionele muzikale ontwikkeling als creatieve autonomie.
2. Nieuw repertoire & instrumentale uitbreiding
Barokgitaar als nieuwe dramaturgische en klankmatige bron
Dankzij twee jaar studie kon ik de barokgitaar volledig integreren in mijn praktijk. Het instrument opende een nieuw artistiek onderzoeksveld en verbreedde mijn klankwereld.
Onderzoeksvragen
Hoe verandert een nieuw instrument mijn frasering en adem?
Wat betekent klankkleur voor dramaturgie en het muzikale narratief?
Hoe beïnvloedt resonantie mijn muzikale besluitvorming?
Belangrijkste inzichten
De barokgitaar biedt een directe, energieke klank, in contrast met de meer introverte luit.
Instrumentale uitbreiding betekende: technieken loslaten, opnieuw beginnen, kwetsbaar durven zijn.
De dialoog tussen luit en barokgitaar verruimde mijn perspectief op compositie, programmering en dramaturgie.
Deze onderzoekslijn vormde een beslissende stap richting een rijker, flexibeler instrumentarium.
3. Contextualisering – polyfonie & weefkunst
Een methodologie gebaseerd op textiele en muzikale structuren
Wat begon als metafoor groeide uit tot een volwaardig methodologisch kader. Ik onderzocht parallellen tussen polyfonie en weefkunst, zowel technisch, symbolisch als filosofisch.
Onderzochte thema’s
Overeenkomsten tussen muzikale en textiele structuren
Symboliek van draden, knopen, ritmiek en patronen
Westerse én niet-westerse weeftradities
Polyfonie als relationele praktijk
Belangrijkste inzichten
Zowel polyfonie als weven volgen een logica waarin afzonderlijke lijnen pas betekenis krijgen door hun relaties.
De weefmetafoor onthulde de sociale en filosofische dimensies van muziek: verbinding, verschillen laten klinken, relationele zorg.
Oude muziek werd zo geen archivistisch repertoire, maar een levend veld van betekenissen dat zich constant herschrijft.
Praktijkonderzoek
Gesprekken met textielkunstenaars
Deelname aan weefateliers
Museum- en materiaalonderzoek
Deze lijn verrijkte mijn artistieke visie met een interdisciplinair, cultureel en antropologisch perspectief.
4. Performativiteit – muziek als levend weefsel
Van ambacht naar uitvoering: aandacht, adem en ontmoeting
In de laatste fase richtte ik mij op performativiteit: hoe vertaal ik de inzichten uit improvisatie, ambacht en polyfonie naar de manier waarop ik op het podium sta?
Belangrijkste inzichten
De partituur is een vertrekpunt, niet het eindpunt.
Aanwezigheid, adem, beweging en stilte maken integraal deel uit van de muzikale taal.
De uitvoering is een ruimte van ontmoeting, geen reproductie van een canon.
Ambacht = aandacht: een lichamelijke, relationele manier van luisteren.
Deze performatieve benadering leidde tot een praktijk waarin kwetsbaarheid, precisie en relationele helderheid elkaar versterken.
Impact op mijn professionele ontwikkeling
Artistieke, conceptuele en ondernemende groei
Als uitvoerder
Verfijnde improvisatorische reflexen
Groter klankpalet dankzij instrumentale uitbreiding
Meer flexibiliteit, spontaniteit en diepgang tijdens uitvoeringen
Als artistiek leider
Een sterker conceptueel kader voor repetities
Betere structuren voor co-creatieve processen
Als ondernemer
Dieper inzicht in het culturele veld
Sterkere articulatie van maatschappelijke relevantie
Als docent
Integratie van ambacht, vrijheid en context in mijn pedagogiek
Als ervaringsdeskundige
Een artistieke praktijk die kunst en maatschappelijke reflectie met elkaar verbindt
Conclusie – het weefsel van mijn ambacht
De ontwikkelingsbeurs heeft mijn artistieke identiteit wezenlijk verdiept. Ze gaf mij de tijd om in stilte en concentratie te werken aan de onzichtbare draden van mijn ambacht: een weefsel van klank, aandacht en betekenis.
Deze inzichten lopen nu door in mijn nieuwe projecten, waarin ik onderzoek hoe muziek kan functioneren als ruimte van resonantie: een plek waar luisteren een ethische daad wordt en waar kunst de samenleving raakt.